Slokdarmkanker heeft zware gevolgen voor de voeding van de patiënt, net als de behandeling en de bijwerkingen. Patiënten met slokdarmkanker in een gevorderd stadium hebben het in dat opzicht extra zwaar.

In de eerste plaats moet ondervoeding worden voorkomen. Ook is het van belang om de voedselinname bij dysfagie gemakkelijker te maken. Vaak worden de volgende levensstijladviezen gegeven: vaak kleinere porties eten, kiezen voor calorierijk voedsel, kiezen voor eten dat gemakkelijk te kauwen is, letten op de textuur van het voedsel en – indien nodig – extra bijvoeding (door orale suppletie, enterale of parenterale voeding).

Een gecombineerde inname van probiotica en prebiotica kan een goede aanvulling vormen op de voeding, in het bijzonder tijdens de chemotherapie.

Voor de operatie

Neoadjuvante chemotherapie wordt aangewend om de grootte van de tumor te verminderen voor de operatie. Deze techniek kan de prognose van gevorderde slokdarmkanker verbeteren. Chemotherapie is echter ook een zeer agressieve behandeling, met onmiskenbare gevolgen voor de intestinale slijmvliezen en voor de microbiota.

De ernstige bijwerkingen (myelosuppressie, ernstige diarree, febriele neutropenie) zorgen er soms voor dat de behandeling wordt stopgezet of dat de dosis van de geneesmiddelen moet worden verlaagd. De medische en nutritionele begeleiding van deze patiënten is daarom vrij ingewikkeld, en het risico op postoperatieve complicaties is hoog.

Een synbioticum in een gecontroleerde studie

Onderzoekers van de afdeling chirurgie van het Osaka Medical Center for Cancer and Cardiovascular Diseases en het Yakult Central Institute gingen na wat de impact is van de toediening van synbiotica op de bijwerkingen van de chemotherapie en op de gezondheid van de microbiota.

Twee dagen vóór het begin van de chemosessies, en voor een periode van zes weken, ontvingen 61 patiënten ofwel een synbioticum (dagelijks 3 g Yakult BL Seichoyaku met 108 levende stammen van Bifibobacterium breve Yakult, 108 Lactobacillus casei Shirota en 15 g galacto-oligossachariden) ofwel een placebo met 109 Streptococcus faecalis.

Voor de behandeling en tijdens de follow-up werden meerdere monsters van bloed en feces afgenomen.

Een beter darmevenwicht

Uit de resultaten (na tien dagen chemotherapie) blijkt een significante toename van de nuttige bacteriën (Bifidobacterium, L.casei)) en een aanzienlijke vermindering van de schadelijke bacteriën (Clostridies, Enterococcus, Staphylococcus…) in de synbioticagroep vergeleken met de placebogroep.

De concentraties van azijnzuur en propionzuur lagen hoger in de synbioticagroep, wat duidt op een betere werking van de darmmicrobiota in deze groep. Het effect kon ook direct worden gemeten aan de bijwerkingen die verband houden met de behandeling: in de synbioticagroep kwamen lymfopenie, ernstige diarree en febriele neutropenie minder vaak voor.

De auteurs zijn van mening dat het onderzoek moet worden herhaald op grotere schaal, om de resultaten te bevestigen en meer inzicht te krijgen in de synergetische effecten van dergelijke synbiotica.

Referentie: Motoori M. et al., Clin Nutr., 2015 Nov 25, pii: S0261-5614(15)00328-3. doi: 10.1016/j.clnu.2015.11.008.