Samenstelling in functie van de plaats

Elk onderdeel van het maagdarmkanaal heeft zijn eigen specifieke microbiota, aangepast aan de lokale omgeving (pH en zuurstofgehalte).

Zo is in de maag de pH lager en is in de dunne darm het zuurstofgehalte hoger dan in  het colon. De maag is relatief dunbevolkt met minder dan 103 KVE/ml.

Het aantal bacteriën in de dunne darm, ongeveer 104 KVE/ml, wordt beperkt door

– de snelle doorgangstijd
– de maagzuur
– de galzouten

In het lagere gedeelte van de dunne darm vertraagt de beweging van de darminhoud en stijgt de microbiële populatie tot 106 KVE/ml. De microbiële gemeenschap in het colon is uitermate complex en divers. Het aantal micro-organismen is er zeer hoog (1010 tot 1012KVE/ml).[1]

Bron: naar Finegold et al., 1983; Salfinger, 1980;Simon en Gorbach, 1984

Referentie

[1] Steer et al., 2000