Geneesmiddelen en darmmicrobiota: aandacht voor bidirectionele interacties 

De darmmicrobiota is een complex ecosysteem dat op verschillende niveaus interageert met de gastheer en zijn omgeving. Het gebruik van geneesmiddelen kan een invloed hebben op de darmmicrobiota en vice versa. Een analyse… 

De samenstelling van de darmmicrobiota wordt beïnvloed door intrinsieke en extrinsieke factoren, zoals voeding, fysieke activiteit en leefomgeving. Het effect van de inname van antibiotica op het darmmicrobioom komt in de vakliteratuur reeds uitgebreid aan bod. In recenter onderzoek werd duidelijk dat ook niet-antibiotische geneesmiddelen een invloed hebben.

 

Van de microbiota naar pharmacomicrobiomics

Deze recente review onderzocht de bestaande literatuur rond de relatie tussen de darmmicrobiota en de inname van niet-antibiotische geneesmiddelen zoals protonpompinhibitoren (PPI), metformine en laxeermiddelen. Hierin wordt de bidirectionele en ingewikkelde invloed tussen beide uitvoerig besproken. Bovenstaande geneesmiddelen kunnen namelijk een grote impact op de samenstelling van de darmmicrobiota hebben wat uiteindelijk kan leiden tot een daling van de gezondheidsresultaten en een verminderde efficiëntie van het geneesmiddel. Een infectie met Clostridium difficile kan bijvoorbeeld optreden door een verminderde kolonisatieresistentie bij behandeling met PPI’s.

Recenter werd ook aangetoond dat de samenstelling van de darmmicrobiota de individuele respons op een specifiek geneesmiddel rechtstreeks kan beïnvloeden, door de structuur van het medicijn enzymatisch te transformeren en op die manier de biologische beschikbaarheid, bioactiviteit of toxiciteit ervan te veranderen. Een belangrijk effect waar rekening mee moet worden gehouden aangezien het de efficiëntie en veiligheid van een geneesmiddel kan beïnvloeden. Dit fenomeen, ook wel pharmacomicrobiomics genoemd, wordt daarom steeds vaker onderworpen aan onderzoek.

 

Het effect op immunotherapeutische behandelingen 

Naast deze interactie in twee richtingen, groeit ook de overtuiging dat de samenstelling van de darmmicrobiota een impact heeft op de individuele respons van de gastheer op bepaalde immunotherapeutische kankerbehandelingen. Het kan, met andere woorden, de antitumorale respons alsook de klinische doeltreffendheid van de behandeling beïnvloeden.

Dit effect is het gevolg van de invloed van de darmbacteriën op de algemene immuunstatus van de gastheer, die negatief beïnvloed wordt door een dysbiose van de darmbacteriën: een tekort aan commensalen heeft een impact op de dendritische cellen waardoor de activatie van antitumorale T-cellen beperkt wordt en de doeltreffendheid van antitumorale middelen daalt.
Deze dysbiose wordt in de hand gewerkt door protonpompinhibitoren en antibiotica, terwijl een aangepaste voedingsinname en probiotica mogelijks een positieve invloed hebben op de commensalen. De precieze mechanismen waarmee het darmmicrobioom de immunotherapie-respons beïnvloedt, moeten echter nog worden opgehelderd.

Het potentiële (indirecte) effect van de darmmicrobiota op de klinische uitkomsten van medicamenteuze behandelingen wordt in deze review onderzocht. De samenstelling van de darmmicrobiota wordt niet alleen door antibiotica beïnvloedt maar ook andere geneesmiddelen kunnen de samenstelling ervan wijzigen en leiden tot verminderde gezondheidsresultaten. Diepgaand onderzoek naar de mechanismen waardoor het microbioom geneesmiddelen metaboliseert of de efficiëntie van geneesmiddelen verbetert, is nodig om nieuwe behandelingen of de doeltreffendheid van bestaande behandelingen te verbeteren.

Weersma R.K. et al, Gut 2020;69:1510–1519. doi:10.1136/gutjnl-2019-320204